Het verband tussen diabetes en hart- en vaatziekten

Wat is diabetes?

Diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een stofwisselingsziekte waardoor het lichaam niet in staat is om voldoende energie uit glucose (suikers) te halen. Om dit te kunnen doen is insuline nodig. Sommige mensen produceren geen of niet genoeg insuline. Deze aandoening noemen we diabetes type 1. Als het lichaam wel insuline produceert maar het niet goed verwerkt omdat er problemen zijn met de insuline-receptoren van de cellen, spreken we van diabetes type 2.

Het is niet bekend wat de exacte oorzaak van diabetes is. Type 2 openbaart zich bij blanke Nederlanders meestal pas na het veertigste levensjaar. Bij Nederlanders met een andere herkomst treedt diabetes type 2 vaker en vroeger op.

Er wordt geschat dat zo'n 800.000 Nederlanders diabetes hebben, van wie 250.000 het niet van zichzelf weten. Bekende symptomen van diabetes zijn veel drinken en veel plassen, maar deze symptomen verschijnen pas bij zeer hoge glucosewaarden in het bloed, en veel mensen die al wel diabetes hebben, hebben daar (nog) geen last van. Daarom is het belangrijk dat er vooral bij mensen van Aziatische, mediterrane en Afrikaanse oorsprong regelmatig op diabetes getest wordt.

Diabetes moet onder controle worden gehouden, want op den duur veroorzaakt het allerlei beschadigingen in het lichaam. Zo treedt aderverkalking veel sneller op bij diabetespatiënten. Zelfs de kleinste slagadertjes kunnen worden aangetast. Zie ook nieuwsbrief De Bloedsomloop elders op deze site. Dit leidt bijvoorbeeld bij de bloedvaten in de ogen tot slechtziendheid of zelfs blindheid. Lees ook de nieuwsbrief Hart en zicht. Kortom, mensen die suikerziekte hebben, lopen een groter risico om ook hart- en vaatziekten te ontwikkelen.

Wat zijn insulinereceptoren?

De insulinereceptoren zitten aan de buitenkant van een cel. Ze vangen de insuline uit het bloed. Met behulp van insuline kan de glucose (suiker) die ook in het bloed circuleert, de cel binnen. De glucose is brandstof voor de cel. Glucose is dus essentieel voor het lichaam om te kunnen functioneren. Te veel glucose in het bloed kan echter schade aanrichten.

Diabetes vroeg opsporen

Hoe belangrijk het vroeg opsporen van diabetes is, blijkt uit een artikel dat in mei 2015 gepubliceerd werd in het medisch tijdschrift Diabetes Care. Het is een verslag van een computersimulatie van wat er zou gebeuren als diabetes niet behandeld werd.

De Amerikaanse onderzoekers hebben daarvoor het ADDITION-Europe-onderzoek gebruikt dat in Groot-Brittannië, Denemarken en Nederland (aan de Universiteit van Utrecht) is uitgevoerd. Op basis van deze gegevens hebben ze scenario's gecreëerd van wat er zou gebeuren als er niet werd ingegrepen bij diabetes. Want het is uiteraard ethisch niet verantwoord om mensen van wie bekend is dat ze diabetespatiënt zijn, als experiment niet te behandelen.

Uit de studie bleek dat na tien jaar het risico op hart- en vaatziekten op 22,4 procent lag, als er na drie jaar met behandeling was begonnen. Als er pas na zes jaar was gestart, was het risico na tien jaar 25,9 procent.

Ter vergelijking: bij screening en de gebruikelijke zorg zou slechts 18,4 procent na tien jaar een vorm van hart- en vaatziekten meemaken, bijvoorbeeld een hartinfarct. Dit houdt in dat voor mensen met onopgespoorde diabetes regelmatig testen het relatieve risico met 29 procent vermindert.

Wat hebben diabetes en hart- en vaatziekten gemeen?

Het is bekend dat diabetes en hart- en vaatziekten bepaalde risicofactoren gemeen hebben, zoals obesitas. Nu er steeds meer genetisch onderzoek gedaan kan worden, rijst de vraag of dat betekent dat beide aandoeningen gemeenschappelijke genetische oorzaken hebben. In november 2014 is in het tijdschrift Circulation: Cardiovascular Genetics een artikel verschenen over een genetisch onderzoek naar deze vraag.

In dit Amerikaanse onderzoek werd het genoom vergeleken van 8.155 zwarte vrouwen, 3.494 'Hispanic' vrouwen ('Hispanic' is min of meer wat we hierboven met 'mediterrane afkomst' aangeduid hebben) en 3.697 blanke vrouwen. De onderzoekers zochten naar individuele verschillen tussen vrouwen die of diabetes type 2, of hart- en vaatziekten, of beide aandoeningen hadden.

Door deze aanpak konden de onderzoekers de verschillen identificeren in genen die een belangrijke rol spelen bij beide ziektes, en belangrijker nog, de wegen waarlangs ze werken. Acht van deze wegen hadden alle vrouwen gemeen, maar daarnaast werden er nog enkele gevonden die specifiek waren voor een bepaalde etnische afkomst. De hoop is dat deze kennis in de toekomst zal leiden tot nieuwe en betere gerichte therapieën om zowel hart- en vaatziekten als diabetes mee te behandelen.

Wat is het genoom?

Het woord genoom wordt gebruikt om het geheel aan genen van een levend wezen aan te duiden. Niet alleen mensen hebben een genoom, maar ook dieren en planten. Zelfs bacteriën en virussen hebben een genoom. Ieder individueel genoom is uniek.

Statines en diabetes

Er is nog een belangrijk verband tussen hart- en vaatziekten en diabetes waar we in november 2013 al aandacht aan besteed hebben in onze nieuwsbrief over cholesterol en statines. In deze nieuwsbrief bespraken we onder het kopje Suikerziekte vier artikelen, waaronder een overzichtsartikel in The Lancet van februari 2010, die aantonen dat het innemen van statines de kans op diabetes vergroot, met name voor vrouwen van middelbare leeftijd.

Het verontrustende hieraan is dat mensen braaf statines slikken in het vertrouwen dat hun kans op hart- en vaatziekten zo kleiner wordt, terwijl deze medicijnen voor een groot aantal van hen de bijwerking kunnen hebben dat ze diabetes ontwikkelen, een aandoening die hun kans op hart- en vaatziekten weer vergroot, een vicieuze cirkel dus.

In april 2015 verscheen in het Journal of General Internal Medicine een verslag van een groot Amerikaans onderzoek onder 26.000 militairen, waaruit blijkt dat degenen die statines innamen om hun cholesterol te verlagen, 87 procent meer kans hadden om suikerziekte te ontwikkelen.

Een belangrijk aspect van dit onderzoek is dat het hier om een groep redelijk gezonde mensen gaat. Aan het begin van het onderzoek had niemand hart- en vaatziekten, diabetes of andere ernstige chronische ziektes. Deze mensen werden tussen oktober 2003 en maart 2012 gevolgd.

De hoofdauteur van het artikel, dr. Ishak Mansi van de Universiteit van Texas Southwestern, zei: “Het risico van diabetes bij statines was bekend, maar tot nu toe dacht men dat dit kwam doordat mensen die statines kregen voorgeschreven, om te beginnen al een groter risico liepen.” Door dit onderzoek bij deze groep gezonde mensen blijkt dat dit niet zo is.

Uit het onderzoek bleek ook dat diabetespatiënten die statines innamen, 250 procent meer kans hadden op complicaties. Statines vergrootten ook de kans op overgewicht of obesitas met veertien procent. Het bleek ook dat hoe hoger de dosis statines was die men innam, des te groter het risico op diabetes, complicaties en obesitas was.

Mansi benadrukt dat mensen niet op eigen houtje moeten stoppen met het innemen van statines, maar dat het wel belangrijk is om met de voorschrijvende arts te overleggen of u nog wel door moet gaan met de statines.

Nog belangrijker is het om het risico op hart- en vaatziekten op andere manieren te verkleinen, zoals door te stoppen met roken, af te vallen en meer te bewegen. Op deze manier kan men het slikken van statines in veel gevallen vermijden, wat natuurlijk altijd beter is.

 

 

 

Het verschil tussen obesitas en overgewicht

Hierboven is al aangegeven dat obesitas een risicofactor is voor zowel diabetes als hart- en vaatziekten. Wanneer heeft iemand zo veel overgewicht dat er sprake is van obesitas?

Dat wordt bepaald aan de hand van het BMI. BMI staat voor body-mass index. Het BMI wordt berekend door het gewicht van het lichaam in kilo's te delen door het kwadraat van de lengte in meters. Dat betekent dat iemand die 1 meter 65 lang is en 60 kilo weegt, een BMI van 22 heeft. Dat is een gezond gewicht.

Als gezond gewicht wordt beschouwd een BMI tussen 18,5 en 25,0. Een BMI van 25 tot 30 betekent overgewicht. Obesitas begint bij een BMI van 30. Hoe hoger het BMI is, hoe ernstiger de obesitas. Een BMI onder 18,5 is ondergewicht, wat uiteraard ook ongezond is. Er zijn op het internet allerlei sites te vinden die uw BMI precies voor u kunnen uitrekenen, als u uw gewicht en lengte invoert.

In mei 2015 is er in het tijdschrift Annals of Internal Medicine een interessant artikel verschenen waaruit blijkt dat, hoewel obesitas een risicofactor is voor diabetes en hart- en vaatziekten, overgewicht dat niet is. De auteurs noemen dit de 'obesitas paradox'.

Dit is omdat uit onderzoek is gebleken dat mensen met hart- en vaatziekten en overgewicht (BMI tussen 25 en 30) langer leven dan mensen met hart- en vaatziekten en een normaal gewicht (BMI tussen 18,5 en 25). De auteurs van dit artikel hebben onderzocht of dit ook geldt voor mensen met diabetes.

Uit dit Britse onderzoek bleek dat diabetespatiënten met overgewicht of obesitas meer risico liepen om hart- en vaatziekten te krijgen. Daar stond echter tegenover dat degenen met overgewicht betere overlevingskansen hadden dan mensen met een normaal gewicht of ondergewicht. Mensen met obesitas en een normaal gewicht hadden dezelfde overlevingskansen. Mensen met ondergewicht hadden de slechtste overlevingskansen.

De auteurs opperen enkele mogelijke verklaringen voor deze paradox, zoals: misschien roken en drinken mensen met een laag gewicht meer dan zwaardere mensen. Een andere mogelijkheid is dat mensen met obesitas regelmatiger worden gecontroleerd op diabetes, waardoor er eerder maatregelen worden genomen.

De auteurs benadrukken dat deze uitkomst geen vrijbrief is om aan te komen, tenzij men ondergewicht heeft natuurlijk.

 

Diabetes en ontstekingen

De reden waarom hoge bloedsuikerwaarden de bloedvaten beschadigen, zou kunnen zijn dat ze ontstekingen veroorzaken. Op een congres van de American Heart Association in 2014 werd de mogelijkheid geopperd dat in de toekomst ontstekingsremmende medicijnen gebruikt zouden kunnen worden om het risico van schade aan de bloedvaten te verminderen bij diabetespatiënten.

De Spaanse hoogleraar farmacologie Carlos F. Sánchez-Ferrer presenteerde de resultaten van laboratoriumonderzoek met gekweekte gladspierweefselcellen uit de aorta, de lichaamsslagader. Het bleek dat:

  • Als er geen ontstekingen aanwezig waren, drong een teveel aan glucose in de omringende vloeistof niet in de cellen naar binnen.
  • Wanneer extra glucose in de cellen werd ingebracht, richtte het geen schade aan als er geen ontstekingen aanwezig waren.
  • Wanneer het eiwit interleukin-1 (IL-1) dat ontstekingen stimuleert, werd toegevoegd, kon meer glucose de cellen binnendringen.
  • Met behulp van IL-1 kon de binnenkomende glucose omgezet worden langs chemische wegen die de groeiende ontstekingen aanjagen, met als resultaat dat de cel niet meer bij machte was om dit tegen te gaan.
  • Wanneer echter het ontstekingsremmende medicijn anakinra werd toegevoegd, dat de werkzaamheid van IL-1 blokkeert, traden de schadelijke veranderingen niet op.

De onderzoekers zijn van plan om te kijken of het effect hetzelfde is bij gekweekte endotheelcellen uit de binnenwand van bloedvaten. Ook willen ze het onderzoek bij dieren voortzetten.

"We moeten de ontstekingen die gepaard gaan met diabetes zien te verminderen," zei professor Sánchez-Ferrer. "Veranderingen in de manier van leven, zoals meer beweging en afvallen, zijn niet alleen belangrijk omdat ze de bloedsuikerwaarden verlagen, maar ook omdat ze ontstekingen tegengaan."

Wat kunnen we zelf doen tegen diabetes?

De standaardantwoorden zijn al meerdere keer langsgekomen: niet roken, zorgen voor een gezond gewicht, gezond eten en voldoende bewegen. Maar is er meer?

In november 2011 verscheen in het Scandinavian Journal of Urology and Nephrology een interessant artikel over een onderzoek naar het effect van kurkuma bij veertig patiënten met diabetische nefropathie dat is uitgevoerd aan de Shiraz Universiteit in Iran. Bij diabetische nefropathie heeft diabetes de nierfunctie geleidelijk aangetast. Vaak zijn niet alleen de bloedvaten hierbij beschadigd, maar ook de nierfilters.

Zoals we hierboven al zagen, horen Aziaten bij de mensen die een hoger risico lopen om diabetes te ontwikkelen. Voeg daarbij dat kurkuma van oudsher in grote delen van Azië niet alleen als specerij gebruikt wordt, maar ook een belangrijk geneesmiddel is in de Ayurvedische geneeskunde, en het is niet verwonderlijk dat dit soort onderzoek in een Aziatisch land wordt uitgevoerd.

Voor het onderzoek werden de patiënten onderverdeeld in twee groepen van twintig. De ene groep kreeg gedurende twee maanden bij iedere maaltijd een capsule met 500mg kurkuma. De andere groep kreeg identiek uitziende capsules met zetmeel.

Na twee maanden waren bij de kurkumagroep de waarden van de verschillende stoffen waarop getest werd in het bloed en de urine, verbeterd. Er werden geen nadelige effecten geconstateerd. De onderzoekers concluderen dat in ieder geval op de korte termijn kurkuma een goede aanvullende therapie is voor patiënten met diabetische nefropathie. Dit is uiteraard geen aansporing om drie keer per dag een hapje kurkuma te nemen, maar het is geen slecht idee om regelmatig eens een snufje kurkuma aan uw eten toe te voegen wanneer u aan het koken bent. Kurkuma wordt ook wel verkocht onder de Engelse naam turmeric of de Indische naam koenjit. 

Iets anders wat u eens zou kunnen proberen, is regelmatig kamillethee drinken. In september 2008 verscheen in het Journal of Agricultural and Food Chemistry een artikel over een Japans onderzoek naar het beschermende effect van kamillethee op complicaties van diabetes. Het bleek bij ratten met diabetes na 21 dagen de glucosewaarden in het bloed verlaagd te hebben.