Hartfalen

Men spreekt van hartfalen wanneer het hart niet meer in staat is om voldoende bloed rond te pompen. Hartfalen kan verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld een hartinfarct, een lekkende hartklep, langdurige hoge bloeddruk, hartritmestoornissen, of het gebruik van bepaalde medicijnen tegen kanker. Zoals we in onze nieuwsbrief over cholesterol en statines van november 2013 al aangaven, zijn er cardiologen die menen dat het innemen van statines de hartspier kan verzwakken, wat tot hartfalen leidt, zie ook cardiomyopathie.
Omdat het lichaam niet genoeg bloed krijgt, en daarom niet genoeg zuurstof en voedingsstoffen, wordt iemand met hartfalen snel moe en raakt hij bij de geringste inspanning buiten adem.
Het lichaam gaat ook vocht vasthouden, waardoor de buik, de enkels en de benen opzwellen. Ook rond de longen wordt vocht vastgehouden, wat vaak ‘vocht achter de longen’ wordt genoemd.
Soms kan de oorzaak van hartfalen worden weggenomen, bijvoorbeeld door een nieuwe hartklep te plaatsen als een lekkende hartklep het probleem is.
Medicatie kan alleen de klachten verminderen en de voortgang van de ziekte vertragen, maar over het algemeen is de levensverwachting bij hartfalen slecht. Hartfalen wordt behandeld met hetzelfde soort medicijnen als hoge bloeddruk: bètablokkers, ACEremmers en plaspillen. Voor meer informatie over deze medicijnen zie onze nieuwsbrief over hoge bloeddruk van april 2014, zie ook bloeddrukverlagende-medicijnen.